Wat zijn implantaten en hoe werkt?

Hoewel het steeds minder vaak voorkomt, gebeurt het toch nog steeds vaak dat mensen een tand verliezen. Dit kan door allerlei redenen komen, maar het belangrijkste is dat iemand die zijn tand verliest, zich niet druk hoeft te maken. Er zijn behandelmethoden om de verloren tand te vervangen voor een implantaat. Dit implantaat lijkt erg op de originele tand. In deze blogpost wordt uitgelegd wat een implantaat precies is en wanneer deze wel en niet geplaatst kunnen worden.

Wat is een implantaat?

Een implantaat is in wezen niets anders dan een schroefje van titanium dat geplaatst wordt op de plek waar de tand of kies is verloren. Het implantaat dient ter vervanging van de wortel van de verloren tand of kies.

Titanium is een biocompatibel metaal. Dit betekent dat het lichaam het implantaat niet ziet als een bedreiging voor de gezondheid en het daarom het implantaat niet bestrijdt. Dit heeft tot gevolg dat het bot zonder gevaar tegen het implantaat aan kan groeien (osseointegratie). Het oppervlak van het implantaat wordt vaak ruw gemaakt zodat het bot er sneller omheen groeit en dus ook sneller vast zal zitten.

                                                  source: implantaten amsterdam

Er zijn verschillende soorten implantaten. De lengte en de doorsnede van het implantaat worden bepaald op basis van de hoeveelheid bot die nog over is. De implantoloog zal de keuze ook laten afhangen van de grootte van het te vervangen onderdeel. Gaat het bijvoorbeeld om een kleine voortand, dan wordt er een andere diameter gekozen dan in het geval van een grote kies. De meeste implantaten hebben een doorsnede van drie tot zes millimeter en een lengte van zes tot zestien millimeter.

In bijna alle gevallen (ongeveer 98%) zorgen de implantaten voor een goed herstel. In het geval van rokers, diabetici en na een bothersteloperatie is de succeskans mogelijk lager. In negentig tot vijfennegentig procent van de gevallen overleven de implantaten de eerste tien jaar.

Wanneer een implantaat?

Alvorens iemand in aanmerking komt voor een implantaat, dient deze te voldoen aan een aantal voorwaarden. Een daarvan is dat het kaakbot dient te zijn uitgegroeid. Dit is meestal het geval vanaf de leeftijden achttien tot en met vijfentwintig.

Verder wordt er ook gekeken of er voldoende gezond kaakbot over is. Na het trekken van een kies of een tand, wordt de kaak smaller en lager. Implantaten hebben voldoende ruimte nodig in het kaakbot om stevig vast te zitten. Het is dus van belang dat het schroefdeel van de implantaat volledig in het kaakbot kan.